Gedeputeerde Staten overhandigt programmabegroting 2025 aan Provinciale Staten

20 sep 2024

Het college van Gedeputeerde Staten van Flevoland heeft haar tweede begroting voor de komende jaren aan Provinciale Staten aangeboden. De voorstellen uit de Perspectiefnota 2025-2028 zijn (financieel) in deze begroting vertaald en hebben onder andere betrekking op de woningbouwopgave, de toekomst voor het landelijk gebied, digitalisering en de energietransitie. Op vrijdagmiddag 20 september werd de Programmabegroting 2025 door gedeputeerde Harold Hofstra aangeboden aan Tiko Smetsers, vicevoorzitter van Provinciale Staten.

Van, voor en door Flevolanders

Gedeputeerde Hofstra: ‘We zijn blij dat het in de zomerperiode is gelukt om de voorstellen vanuit onder andere de Perspectiefnota 2025-2028 te vertalen naar de begroting van 2025. We hopen dat Provinciale Staten daarmee instemt zodat we als college voortvarend aan de slag kunnen met de ambities die we hebben en de opgaven die er liggen. Dat doen we niet alleen, maar samen met onze zes gemeenten, waterschap, maatschappelijke organisaties, inwoners, bedrijven en uiteraard ook met het Rijk.'

Financieel beeld

De eerste jaren van de begroting zien er nog positief uit. De provincie presenteert begrotingsoverschotten in de jaren 2025 en 2026 (van € 2,9 mln. en € 0,9 mln.). Het financiële beeld vanaf 2027 is anders. Dit wordt vooral veroorzaakt door tegenvallende bijdragen in het provinciefonds die een negatief effect hebben op het financieel perspectief zoals dat eerder is gepresenteerd in de perspectiefnota. Dit resulteert in de jaren 2027 en 2028 in een tekort van respectievelijk € 1,0 mln. en € 2,0 mln. Door de inzet van de vrije ruimte in de eerste jaren en algemene reserve in de jaren 2027 en 2028, is het nadelige effect opgevangen. Voor de toekomstige begrotingsbehandelingen bekijkt Gedeputeerde Staten hoe deze tekorten structureel het hoofd geboden kan worden.

Conclusie

Ondanks de uitdagingen in het meerjarenbeeld, biedt Gedeputeerde Staten een sluitende begroting 2025 aan Provinciale Staten aan. Ook is de financiële positie van de provincie op de korte termijn toereikend en de weerstandscapaciteit voldoende om eventuele financiële effecten van risico’s op te kunnen vangen.