Ringen van jonge Grauwe Kiekendieven blijft bijzonder

Als jonge Grauwe Kiekendieven zo'n 20 dagen oud zijn, mogen ze geringd en gewogen worden. Wanneer ze kunnen vliegen zijn ze namelijk niet meer te vangen. De data wordt gebruikt voor onderzoek om deze bijzondere soort beter te leren begrijpen. ’s Winters trekken ze naar de Sahel in Mali in west Afrika. In de zomer komen ze weer terug en broeden ze in onze polder.

Het blijft bijzonder

Gedeputeerde Natuur Harold Hofstra ging samen met het Kenniscentrum Akkervogels op pad, hij is intussen al een ervaren ecoloog, zo blijkt. Het was niet de eerste keer dat hij aanwezig was bij het ringen van de Kiekendief jongen. Toch kijkt Harold Hofstra zijn ogen weer uit. “Het blijft echt bijzonder zoiets, hé?” En dat blijft het ook, want doorgaans zijn alleen in Groningen meer Grauwe Kiekendieven te vinden dan in Flevoland. Flevoland is dan ook een belangrijke schakel voor het voortbestaan van deze soort in Nederland.

Grauwe Kiekendief

Slecht één nest van de Grauwe Kiekendief dit jaar. De Grauwe Kiekendief is een middelgrote roofvogel én een doelsoort van het Flevolandse agrarisch natuurbeheer. Elk jaar zijn er tussen de één en drie nesten te vinden in de Flevolandse polder. Ze broeden (in Nederland) alleen in tarwe, granen en luzerne. Kenniscentrum Akkervogels beschermd nesten en doet onderzoek naar Grauwe Kiekendieven, in opdracht van de provincie.

Zorgen om leeftijd Kiekendiefvader Abe

Toch zijn er ook zorgen. Abe, de vader van het nest, broedt al jaren in de Flevopolder en vangt muizen als geen ander. Abe is ook al 15 en weet met al zijn levenservaring precies hoe hij succesvol jongen groot kan brengen. Kiekendieven worden echter niet ouder dan 18 en veel van Abe zijn jongen besluiten niet in Flevoland, maar in Groningen (of nog verder) te broeden. Waar dit precies aan ligt is niet helemaal duidelijk. Nesten in Flevoland zijn vaak wél succesvol. Meer akkerranden, vogelakkers, tarwe en luzerne zal waarschijnlijk helpen meer Grauwe Kiekendieven naar Flevoland te halen. Hier zetten we binnen het GLB-NSP dan ook op in. Samen met het Flevolands Agrarisch Collectief blijven we werken aan het versterken van de biodiversiteit in de polder.