Waterschap stroomlijnt drijvende kracht in deinende polderdelta
29 jun 2023
- Deel dit artikel
29 jun 2023
Tachtig jaar geleden werd het land waar wij leven uit de Zuiderzee gewonnen. Lang bewogen de ingedamde vloeden zich in een rustig ritme op en neer. Maar de steeds grilliger golfbewegingen drijven dijkgraaf Hetty Klavers om het water samen met de provincie Flevoland heel gericht in goede banen te leiden.
“Droogmaken vergt moed en vlijt, drooghouden vergt de eeuwigheid,” declameert dijkgraaf Hetty Klavers met warme stem. “Een mooie boodschap vind ik dat. Onze taak bij het waterschap is nooit af. Ze draait zich in haar werkkamer om en wijst nu op een wandplaat in sombere tinten, waar duistere wolken zich samenpakken boven een verlaten platform. “Die afbeelding heb ik speciaal laten maken, want ik vind het belangrijk om te benadrukken dat wij niet alleen bij zonneschijn aan het werk zijn, maar ook als er bijvoorbeeld storm op komst is.”
Al tien jaar lang staat Klavers aan het hoofd van waterschap Zuiderzeeland, waarmee ook de provincie Flevoland nauw samenwerkt. In de atmosfeer van het weer voelt ze de spanning tegenwoordig broeien. “Toen ik aantrad als dijkgraaf, waren we als waterschap nog heel druk bezig om ons voor te bereiden op de gevolgen van een komende klimaatverandering. Inmiddels weten we dat die omslag niet morgen begint, maar vandaag al gaande is. Ik weiger me bij die zorgen neer te leggen, maar we merken nu al dat water echt van levensbelang is voor de leefbaarheid van Nederland en onze polders.”
Juist de jonge polder vloeide in den beginne uit eeuwenoud water voort. Met dank aan een ingenieuze ingenieur. “Als ik Flevoland kijk, zie ik een provincie die slim ontworpen is. Kijk maar eens naar de Hoge en de Lage Vaart. Het water dat in de Hoge Vaart terechtkomt, wordt vanuit een natuurlijk verval afgevoerd via de Lage Vaart. Uiteindelijk heb je dus bij Lelystad pas weer een pomp nodig. Een prachtig systeem. Dit soort verrijkingen maken Cornelis Lely in mijn ogen een icoon. Wij hebben de verantwoordelijkheid om vaart in het water te houden.”
Daarom wil Klavers het landschap met overzicht kunnen ontleden. Samen met de provincie Flevoland en de zes gemeenten. “Almere Pampus is daar een heel mooi voorbeeld van. Daar is de bodem vanuit een heel brede blik in kaart gebracht. Je weet dus wat je op die plek wel en niet kunt doen, bijvoorbeeld als het gaat om woningbouw,” legt ze uit. “We moeten tijdens onze reguliere overleggen steeds afwegen wat de invloeden zijn van de beslissingen die we willen nemen. Met het oog op de toekomst moeten we een landschap scheppen waarin het water de ruimte krijgt. Anders pakt het water de ruimte, dat hebben we in Limburg wel gezien.”
Geflankeerd door een pas gepresenteerd bestuur blijft Klavers daarvoor paraat staan. “Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet, maar we hebben een enorme klus te doen. Met het oog op de groei van het aantal inwoners gaan we investeren in zuiveringsinstallaties, bijvoorbeeld bij Almere. Dat hebben we nooit eerder op deze schaal gedaan. Verder blijven we de dijken in Flevoland versterken.”
Voorlopig lijkt een stijging van het water echter nog op zich te laten wachten. Onder de hitte van de laatste tijd ziet ook Klavers het peil in de rivieren zakken. “Bij mijn rol past enige bescheidenheid,” relativeert ze met nadruk. “De problemen van Flevoland zijn niet te vergelijken met de zorgen op de hoge zandgronden. Wij hebben met het IJsselmeer nog een enorm reservoir aan zoet water in ons gebied liggen.”
Maar als de waterspiegel blijft dalen, komen we met elkaar wel op onbekend terrein, voorspelt Klavers. “Gelukkig hebben we al een onderzoek tot onze beschikking dat ons een mooi inzicht biedt in de beschikbaarheid van water en de gevolgen die een beperking voor ons allemaal zou kunnen hebben. Iedereen moet tenslotte toegang houden tot water. We hebben te zorgen dat het water van boven naar beneden blijft stromen. Zoals Lely het ooit bedacht heeft.”