Regeling Fysieke investeringen water

In de periode van maandag 5 maart 9.00 uur tot en met vrijdag 25 mei 2018 17.00 uur kon u een aanvraag indienen voor een subsidiebijdrage in het kader van maatregel 2 uit het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma. Deze subsidiemaatregel richt zich op stimulering van investeringen die bijdragen aan de modernisering van de agrarische sector én die gericht zijn op de internationale waterdoelen. Agrariërs en samenwerkingsverbanden  van agrariërs konden ideeën en initiatieven aandragen die een bewezen direct of indirect effect op de waterkwaliteit hebben.

De regeling

De maatregel, die voluit ‘Fysieke investeringen in modernisering van agrarische bedrijven, gericht op internationale waterdoelen’ wordt genoemd, werd voor het eerst opengesteld. Er is  voor deze maatregel een bedrag beschikbaar van € 2.170.000. Het subsidiepercentage voor deze regeling bedraagt 40% van de totale subsidiabele projectkosten, in de overige 60% van de kosten moet de aanvrager zelf voorzien. De ondergrens van de te verlenen subsidie is vastgesteld op €100.000, wat bij een subsidiepercentage van 40% inhoudt dat de totale subsidiabele kosten per aanvraag minimaal €250.000 moesten bedragen.

Werken aan waterkwaliteit

Door het verbeteren van de waterkwaliteit te stimuleren, wil Flevoland bijdragen aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Die stelt dat uiterlijk in 2027 alle aangewezen oppervlaktewateren een goede chemische samenstelling moeten hebben en ecologisch op orde moeten zijn.Voor deze maatregel was daarom subsidies beschikbaar voor projecten die leiden tot:

  • Een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid), of
  • Klimaatadaptatie; door het tegengaan van of  het verminderen van de effecten van grotere watertekorten en -overschotten en toenemende verzilting.

Daarbij waren er mogelijkheden voor de ‘voorlopers’ die innovatieve technieken willen gaan implementeren in de eigen bedrijfsvoering, maar ook kansen voor de brede uitrol van moderne technieken en materieel ‘in het peloton’. Dekking van deze subsidie komt uit de overhevelingsgelden uit het Gemeenschappelijk Landbouw Fonds. Daarom zijn investeringen alleen subsidiabel wanneer zij bijdragen aan de internationale waterdoelen, oftewel de Kaderrichtlijn Water. De thema’s waarop deze openstelling zich richtte zijn in de openstelling verder geconcretiseerd tot een lijst met Flevolandse opgaven en subsidiabele activiteiten, die bijdragen aan zowel de internationale waterdoelen als de Flevolandse aanpak van het watersysteem via de bodem (d.w.z. in lijn met de aanpak van het  Actieplan Bodem & Water). Ga voor meer gedetailleerde informatie hierover naar het openstellingsbesluit.

Termijn voor subsidie aanvragen gesloten

Subsidie voor 'fysieke investeringen in het kader van verbetering van de waterkwaliteit' kon door agrariërs en door samenwerkingsverbanden van agrariërs worden aangevraagd in de periode vanaf maandag 5 maart (09.00 uur) tot en met vrijdag 25 mei (17.00 uur). Nu de openstellingstermijn is afgelopen kan geen subsidie meer worden aangevraagd.

Subsidietoekenning

De subsidieverstrekking vindt plaats op basis van een tender. Dat betekent dat alleen gedurende de openstellingsperiode aanvragen konden worden ingediend. Nu die periode is afgelopen gaat een door Gedeputeerde Staten ingestelde onafhankelijke Adviescommissie aan de hand van vooraf gestelde selectiecriteria beoordelen welke aanvragen gehonoreerd worden. De tendersystematiek houdt ook in dat wanneer er tijdens deze beoordeling onduidelijkheden in de aanvraag blijken te zijn, er geen mogelijkheid meer is om aanvullende stukken ter verduidelijking aan te leveren. Op het moment van indienen moesten de aanvragen dus volledig en duidelijk zijn. De hoogst scorende aanvragen komen in aanmerking voor subsidie, tot het subsidieplafond voor de openstelling is bereikt. De resterende projecten worden op financiële gronden afgewezen. Over de selectiecriteria en de wijze waarop de rangschikking van de binnen de termijn ontvangen subsidieaanvragen tot stand komt kunt u meer lezen in het openstellingsbesluit. De behandelingstermijn na het sluiten van de openstellingsperiode is 22 weken. De verwachting is dat de toekenning van de subsidies in het najaar van 2018 plaatsvindt.

Europees programma, provinciale invulling

De maatregel ‘Fysieke investeringen in modernisering van agrarische bedrijven, gericht op internationale waterdoelen’ is één van de negen maatregelen binnen het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3). Er is in totaal voor de provincie Flevoland  2,17 miljoen euro aan subsidie beschikbaar voor deze maatregel. De Tweede Kamer heeft besloten om POP3-middelen uit pijler 1 van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) in te zetten voor internationale waterdoelen (Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn), met de opdracht dit expliciet te koppelen aan investeringen door (collectieven van) agrariërs op het boerenerf om deze doelen te behalen. Een nationale voorwaarde voor de bestemming van deze middelen is dat de regio een evenredig bedrag in de internationale waterdoelen investeert. Provincie Flevoland en waterschap Zuiderzeeland hebben afspraken hierover in de zomer van 2017 vastgelegd een samenwerkingsovereenkomst. Daarmee is de weg vrijgemaakt om de subsidiemaatregel ‘Fysieke investeringen in modernisering van agrarische bedrijven, gericht op internationale waterdoelen’ open te stellen.

Veelgestelde vragen

1. Kun je in de openstelling in een samenwerkingsverband voor meerdere investeringen kiezen of moet je per investering een plan indienen?

Ja, dat is mogelijk. In de samenwerkingsovereenkomst en de subsidieaanvraag dient duidelijk geregeld te zijn wie waarin investeert. Bij de beoordeling van de subsidieaanvraag wordt de totale projectaanvraag “gewogen” naar de gekozen maatregelen als er sprake is in het openstellingsbesluit naar prioritering van bepaalde typen investeringen.

2. In het openstellingsbesluit van Hoofdstuk 2 Maatregelen § 2 'Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen, gericht op het realiseren van internationale waterdoelen' staat bij artikel 5 uitvoeringstermijn dat de uitvoeringstermijn voor deze maatregel een periode van maximaal 2 kalenderjaren beslaat, ingaande op de datum van afgifte van de beschikking? Wat betekent dat?

Dat betekent dat de investering binnen 2 jaar moet zijn uitgevoerd, gefactureerd en betaald. Tevens geldt de algemene regel vanuit de oorspronkelijke verordening voor POP3 (landelijk) dat er binnen 2 maanden na de toekenning van het project voor POP3 subsidie gestart moet worden met het project. Ondanks dat het in de Flevolandse regeling niet is vermeld, geldt onverminderd ook de bovenliggende verordeningstekst vanuit de algemene POP3 regeling omtrent dit onderwerp.

3. Is een spuit met driftreducerende en of precisielandbouwtechniek subsidiabel of alleen de techniek die voor de driftbeperking noodzakelijk is?

Het is niet de bedoeling van de POP3 dat de basismachine wordt gesubsidieerd, het gaat juist om de apparatuur die t.b.v. precisielandbouw en driftreductie op de basismachine wordt gemonteerd. Dus alleen die kosten die bijdragen aan precisielandbouw en/of driftbeperking en inzichtelijk kunnen worden gemaakt door middel van een factuur daarvan zijn subsidiabele kosten. Door in een offerte/factuur te laten specificeren wat de casco kosten zijn van een basisuitvoering van dat type spuit en daarbij de waarde van de techniek ten behoeve van precisielandbouw en driftreductie te vermelden, kan inzichtelijk worden gemaakt wat de investeringskosten in de precisielandbouw en/of driftbeperkende techniek zijn. Die zijn dan in principe opvoerbaar voor deze maatregel. Onderbouwing van de kosten is dus essentieel.

4. Om aan de minimumeis van €250.000 (subsidiabele) kosten te komen moet ik een samenwerkingsverband aangaan met meerdere agrariërs. Wat zijn de gevolgen als er iemand na goedkeuring uit het samenwerkingsverband stapt?

De gevolgen zijn afhankelijk van de situatie. Als iemand vertrekt, maar de investering door een andere deelnemer in dat samenwerkingsverband gedaan wordt, is dat goed. Voor de wijziging in de samenstelling moet wel een wijzigingsverzoek worden gestuurd naar RVO. Wanneer door het vertrek een unieke investering in het project niet doorgaat, betekent dit dat er minder output zal zijn, de projectgrootte wordt kleiner. Ook in dit geval moet de wijziging in het samenwerkingsverband middels een wijzigingsverzoek aan RVO worden gemeld. Belangrijk daarbij is te realiseren dat zo’n beslissing ook gevolgen kan hebben voor de ranking van het project (door de tenderingstructuur). Een wijziging mag nooit leiden tot een lager aantal punten in de rankinglijst. Een nieuwe ondernemer, die ten tijde van de aanvraag nog niet tot het samenwerkingsverband behoorde, kan toetreden om die investering over te nemen. Uiteraard geldt ook hiervoor dat dit met een wijzigingsverzoek aan RVO moet worden gemeld.

Relevante links