Door onder andere het promotieonderzoek van Yftinus van Popta is er een goed beeld van de ligging van de verdronken dorpen in de huidige Noordoostpolder. Dit onderzoek heeft tevens de potentie van geofysisch onderzoek aangetoond (geofysisch onderzoek betekent het sturen van signalen in de bodem om daarmee te zoeken naar verschillen in contrast; gevonden verschillen kunnen wijzen op archeologische fenomenen).