Stikstof en vergunningen

Wanneer u een project wilt uitvoeren waarbij stikstof vrijkomt, dan heeft u mogelijk een natuurvergunning nodig (Wet natuurbescherming). Om een vergunning te krijgen, moet u kunnen aantonen dat stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden geen schade ondervinden van de stikstofuitstoot. Op deze pagina staat meer informatie over de mogelijkheden en regels.

Stappenplan

  1. Bereken eerst het effect van stikstof uit uw project. Dat kan met het online programma AERIUS-calculator. Vaak is het verstandig om dit door een adviseur te laten doen. Wanneer de berekening aangeeft dat er geen effecten zijn op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, dan heeft u geen vergunning nodig. Het is wel verstandig om de berekening te bewaren voor eventuele bedrijfscontroles door de toezichthouder.
  2. Als er wel effecten zijn, is het van belang aan te tonen dat deze effecten geen negatieve gevolgen hebben voor de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Dat kan door:
    1. De stikstofdepositie te reduceren. Als uw stikstofdepositie tot nul wordt gebracht, heeft u geen vergunning meer nodig.
    2. Vergunde/legale stikstofruimte in te zetten om de eigen stikstofruimte te salderen. Dat kan op twee manieren: intern salderen (eigen stikstofruimte) of extern salderen (stikstofruimte overgenomen van anderen). Deze regels zijn vastgelegd in de provinciale beleidsregels.
    3. Ecologische onderbouwing Als het niet mogelijk is om uw stikstofdepositie tot nul te reduceren, dan kunt u laten onderbouwen dat er geen significant effect is. Dit kan alleen als het effect heel laag is. Voor meer informatie zie de internetpagina BIJ12.

Bij projecten van groot openbaar belang is er tenslotte nog de ADC-toets.

Daarbij moet u aantonen dat er:

  1. Geen Alternatief is met minder effecten op de natuur;
  2. Er een Dwingende reden van groot openbaar belang is;
  3. Dat de schade aan de natuur wordt geCompenseerd. Bekijk ook onderstaande video.

Intern salderen

Dit betekent dat de nieuwe ontwikkeling binnen de bestaande stikstofrechten van een locatie (of plangebied) past. Dit betreft de laatste natuurvergunning (vergunning Wet natuurbescherming / Natuurbeschermingswet 1998) of de laagste milieutoestemming sinds de aanwijsdata van de relevante Natura 2000-gebieden. Zie de internetpagina Bij12.

Voorbeeld

Een voorbeeld is de aanleg van een klein bedrijventerrein op de locatie van een (voormalige) veehouderij. U lost het dus binnen het eigen project op. Sinds een recente uitspraak van de Raad van State is er voor intern salderen geen vergunning meer nodig. U kunt dus naar eigen inzicht de stikstofuitstotende activiteiten aanpassen zolang dit qua neerslag past binnen de vergunde rechten.

Extern salderen

Als een aanvrager van een vergunning elders in de omgeving rechten overneemt om zijn activiteiten uit te voeren, noemen we dat 'extern salderen'. Dat kan bijvoorbeeld door een bedrijf op te kopen als een ondernemer stopt. U kunt dan 70% van de stikstofrechten van de bestaande rechten van dat bedrijf inzetten voor uw eigen project. Het overgenomen deel van de vergunning moet wel gerealiseerd zijn (een stal moet dus gebouwd zijn). De overige 30% komt ten goede aan de natuur. Wilt u gebruikmaken van extern salderen, dan moet u vooraf een melding doen bij de provincie. Neem hiervoor contact op met stikstof@flevoland.nl.

Verleasen

Daarnaast is het voor projecten met een tijdelijke uitstoot mogelijk om stikstofruimte te leasen bij een bedrijf dat die ruimte op dat ogenblik niet nodig heeft. Er moet daarbij wel sprake zijn van vergunde rechten die tijdelijk niet gebruikt worden door de vergunninghouder die deze ruimte verleast. Meer informatie: Bij12 (Vrijstelling) en op www.aanpakstikstof.nl.