Waarom kiest Flevoland voor een gebiedsproces?
Een analyse van de opties die er zijn om depositie en emissies te verlagen laat zien dat een gecombineerde aanpak - waarbij een relatief bescheiden generieke reductie wordt gecombineerd met een meer ambitieuze aanpak in een klein gebied - het meest effectief is. Hierbij kan optimaal gebruik gemaakt worden van het innovatievermogen in de hele provincie terwijl met een gericht proces en met aanvullende ondersteuning een verdergaande reductie kan worden uitgewerkt in en met deelnemers van een gebiedsproces. Lees meer hierover terug in de presentatie van de bijeenkomst van 17 mei 2022 in de Noordoostpolder over het gebiedsproces: Brede bijeenkomst aanpak stikstof.
Waarom dit gebied? Kan dat niet groter? Of de hele provincie?
De depositie van stikstof neemt af met de afstand tot een bron. Dat geldt voor ammoniak (landbouw) meer dan voor stikstofoxiden (industrie en mobiliteit). Maar het is niet zo dat na 1 kilometer geen neerslag van ammoniak meer plaats vindt. De neerslag vindt meer plaats in noordoostelijke richting (heersende windrichting) dan richting andere zijden. Daarom is het effect van Flevoland op de Weerribben en de Wieden relatief groot. Die effecten zijn het grootst nabij die gebieden zelf. Daarom is voor de oostrand van de Noordoostpolder gekozen. Het gebied dat daarbij is aangeschreven heeft samenhang door fysieke barrières zoals een provinciale weg, water of kassen. Dat betekent niet dat bedrijven net daarbuiten niet mee mogen doen. De provincie staat nadrukkelijk open voor het benutten van kansen die bedrijven zien. Maar omdat de stikstofneerslag met groter wordende afstand steeds kleiner wordt, is het veel kostenefficiënter om van het gebied nabij de natuur meer inspanning te vragen dan een gelijke inspanning in de hele provincie. Uiteraard moet daar dan wel een instrumentarium met bijbehorende middelen tegenover staan waarmee het gebied aan de slag kan. We inventariseren graag samen wat daarvoor het beste is. Daarom willen we als provincie graag in gesprek met lokale ondernemers. Ook van de rest van de provincie wordt een inspanning gevraagd. Deze is wat beperkter in omvang. Dit zijn wel ‘communicerende vaten’. Als de inspanning in de rest van de provincie beter uitvalt, hoeft er minder van het gebied gevraagd te worden in het gebiedsproces.
Maar waarom moet Flevoland dit oplossen? De Weerribben-Wieden liggen toch in Overijssel?
Het Flevolandse stikstofaandeel op de Weerribben-Wieden is ongeveer 10%. Een kleine driekwart van dat aandeel van het teveel aan stikstof gaan we vanuit Flevoland aanpakken. Daarmee is de stikstof in die gebieden zeker nog niet op orde. Ook de andere provincies zullen een, veelal grotere, inspanning moeten leveren om de gebieden op orde te krijgen. We willen als Flevoland dat deel van het probleem oplossen dat we zelf veroorzaken.
Maar hoe moeten we dit gaan doen? Is het alleen maar uitkoop?
Nee. De provincie zet nadrukkelijk in op verschoning en innovatie. Flevoland is een provincie die letterlijk is gemaakt om op te boeren. En dat moet ook zo blijven. Het Rijk richt haar aanpak wel voor een groot deel op opkoop door een gerichte opkoopregeling voor piekbelasters en een generieke opkoopregeling. Uiteraard zijn deze ook beschikbaar voor Flevolandse ondernemers als zij dat zelf willen. Maar de Flevolandse aanpak zelf wil ook toezien op extensiveren, technische verschoning, verplaatsing en innovatie om te komen tot de benodigde reductie en om ervoor te zorgen dat er juist een goed toekomstperspectief voor de landbouw in de provincie blijft. Het bestaande instrumentarium daarvoor is beperkt. Maar graag gaan we het gesprek aan om juist te inventariseren wat nodig is om dit voor elkaar te krijgen.
Wat is het tijdsperspectief van het gebiedsproces?
Het gebiedsproces is gestart met een bijeenkomst op 30 maart en een eerste ronde gesprekken met alle bedrijven in april -mei. De tweede ronde volgt in het najaar van 2022. Eind 2022 moet dit proces leiden tot een ontwerp-gebiedsplan met een maatregelenpakket voor stikstofreductie en een integrale gebiedsagenda. Het maatregelenpakket vormt de inzet van de provincie bij de vraag naar de rijksmiddelen bij het indienen van het gebiedsplan medio 2023.
De gebiedsopgave komt bovenop de generieke maatregelen, het gaat dus niet om laaghangend fruit! Dat betekent dat de opgave moeilijk zal zijn om aan te voldoen. Klopt het dat het niet makkelijk zal zijn hieraan te voldoen?
Dat klopt. Daarom werkt de provincie samen met de betrokken partijen (o.a. agrarische ondernemers en belangenorganisaties) aan een uitgebreid instrumentarium met verschillende subsidiemogelijkheden voor innovatiemogelijkheden, verplaatsing of sanering. Om te weten welke behoeftes er leven om zoveel mogelijk van het innovatiepotentieel bij de ondernemers te benutten, blijven we graag in gesprek.
Al die dieren die in het gebied zitten zorgen toch ook voor mest?
Ook de natuur zelf zorgt voor stikstofuitstoot. Veel gehoorde zorg is dat het aandeel van deze uitstoot groter is dan dat van de landbouw. Een aanpak van de uitstoot in de landbouw zou dan zinloos zijn. Het RIVM heeft in 2021 een onderzoek naar deze zogenaamde biogene emissie gepubliceerd. De verkenning laat zien dat wilde dieren ongeveer 1,5% bijdragen van de totale ammoniakuitstoot. Meer informatie over het gebiedsproces staat op de pagina Gebiedsproces Noordoostpolder op deze website.