Wat voor reductiepercentages zijn haalbaar? Wat is bekend over het effect van technische maatregelen, zoals lager eiwitgehalte in voedsel voor de uitstoot van stikstof?
Dit is afhankelijk van het soort bedrijf. Veel maatregelen heeft de provincie al onderzocht en wil de provincie samen met u bespreken. Daarnaast wil de provincie ook met andere stakeholders aan tafel, zoals andere overheden en maatschappelijke organisaties. Het gaat er daarbij om alle verschillende belangen op tafel te krijgen en te proberen tussen deze belangen een brug te slaan. Bij een bedrijf waarbij nog geen reducties hebben plaatsgevonden is 70% reductie een realistisch doel. Lees meer over reducerende maatregelen op deze pagina Wat u zelf kunt doen.
Hoe kunnen agrariërs aantonen dat ze de reducerende effecten van technische maatregelen duurzaam borgen zodat ze standhouden voor de rechter?
Dit is een belangrijke vraag die ook andere provincies en vergunningverleners bezighoudt, zeker sinds de uitspraken van de rechtbank over de onzekerheden van reducties zoals vastgelegd in de Regeling Ammoniak en Veehouderij (RAV factoren). Deze uitspraken zijn nog niet bevestigd of ontkracht voor de Raad van State. Provincies en Rijk onderzoeken vooruitlopend hierop al de mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld het aanhouden van een bandbreedte/buffer. Voor de totale opgave hebben we 10-13 jaar. In die periode moeten we beter borgen dat de reducties behaald worden, zoals geclaimd door de fabrikant. We zien mogelijkheden om maatregelen die door de rechter zijn afgeschoten, beter te onderbouwen zodat ze wel juridisch stand kunnen houden. De gezamenlijke overheden schenken hier extra aandacht aan. Monitoring hoort daarbij ook tot de mogelijkheden. Hiertoe en hiernaast worden vanuit de provincie (kleinschalige) onderzoeksprojecten ondersteund die richting moeten geven in het uitwerken van een solide en goed geborgde aanpak van reductie van stikstofemissies. In dit proces worden nadrukkelijk ook spelers uit de provincie (hogeschool, verenigingen, ondernemers) betrokken.
Wat is de relatie van bossen/energieopwekking tot stikstofreductie?
Het gaat over landgebruik. Zonnepanelen in de wei stoten minder stikstof uit dan koeien in de wei. Met name het wegvallen van bemesting levert een grote emissie/depositie-reductie op indien er nabijgelegen stikstofgevoelige gebieden zijn. Uiteraard moet het nieuwe landgebruik wel passen binnen de gebiedsontwikkeling en het gewenste eindplaatje. Dit past bij de zoektocht naar mooie scenario's voor het gebied.
Waar moeten de kilo's reductie voor de PAS melders/interimmers/vrijgestelden vandaan komen? Die komt nog bovenop de huidige opgave.
Juridisch gezien is dit waar. Praktisch gezien betreft dit veelal bestaande activiteiten, waarbij legalisatie met bronmaatregelen ook leidt tot een daling. De mogelijkheid voor dit ‘dubbel gebruik’ is wel gebonden aan juridische beperkingen. Richtsnoer voor het gebiedsproces is dat iedereen aan het einde van het proces gelegaliseerd is. We willen de totale benodigde hoeveelheid stikstofruimte hiervoor analyseren en dit meenemen in het gebiedsproces.
Hoe kan rekening gehouden worden met het soort bedrijf dat moet reduceren? Hoe wordt de opgave verdeeld tussen individuele bedrijven?
Het hangt af van de diersoort wat voor reducties haalbaar zijn en welke maatregelen bedrijfseconomisch haalbaar zijn. Ook hebben sommige bedrijven al vergaande reducties doorgevoerd, waardoor de mogelijkheden beperkt zijn. We denken daarom dat maatwerk onderdeel moet zijn van de gebiedsgebonden aanpak, want verschillende bedrijven vragen om verschillende oplossingen. Een aantal bedrijven zal mogelijk willen verplaatsen of stoppen. Dit betekent uiteraard een volledige sanering van de betreffende stikstofemissies, waardoor de resterende bedrijven voor een minder grote uitdaging staan.
Er wordt steeds gesproken over reductie door agrariërs. Wat doen andere sectoren?
In de Flevolandse aanpak stikstof (FAS) zijn alle stikstofbronnen in kaart gebracht. Alle sectoren moeten meedoen. Reductie in de mobiliteit en industrie loopt via de klimaatwet; de reductie van stikstof loopt gelijk op met de vereiste reductie van CO2 uitstoot. Maar ook wordt er landelijk gekeken naar sector specifieke maatregelen, zoals de inzet van walstroom voor de scheepvaart. Voor de bouw wordt ingezet op emissieloos bouwmaterieel. Alle sectoren zijn dus bezig! In Flevoland is de bijdrage van agrarische sector fors, dus ook die sector moet aan de bak.
Wat zit er voor de boeren in het vat? Ze hebben al veel gedaan! Het laaghangend fruit is geplukt. Wat levert het de boeren op als ze nog meer doen?
Er moet gereduceerd worden; daar ontkomen we niet aan want de samenleving zit ‘op slot’. Iedereen levert zijn bijdrage. Wat er voor boeren inzit is dat we dat op zo'n manier willen organiseren dat iedereen, ook boeren daar een goede duurzaam economisch gezond bedrijfsmodel aan overhouden. Dat iedereen kan blijven ondernemen, dat middelen beschikbaar komen om dat mogelijk te maken en in goede banen te geleiden. Voor agrariërs van belang is dat Flevoland een agrarische provincie is en dat ook wil blijven. Een agrarisch toekomst perspectief is van belang voor boeren. Nu is er onrust. Flevoland wil samen met agrariërs de stikstofopgave aanpakken, op weg naar een goede toekomst. Dit is een belang dat provincie en agrariërs gemeen hebben. Daarnaast kan de provincie zorgen voor subsidieregelingen en hulp in het traject. Boeren staan er dus niet alleen voor!
Wat zijn de ideeën van de provincie over de vereiste reductiemaatregelen? Jullie zeggen dat je wil faciliteren: hoe gaat dat? Het moet voor boeren wel financieel haalbaar zijn; het moet wel uitkunnen. Bij veel boeren is die financiële ruimte er echter niet; die hebben geen ruimte om te investeren. Er wordt gesproken over innovatiesubsidies bij RVO: geef ons s.v.p een handreiking.
Deze zorg is herkenbaar. Zonder extra middelen zal het niet gaan. Het Rijk zal de subsidies verdelen per provincie en daarin zullen onderlinge verschillen zijn, bijvoorbeeld afhankelijk van de reductiedoelstellingen. Veel zal afhangen van hoeveel subsidie het Rijk toekent aan Flevoland.Maar ook als provincie maken we extra middelen beschikbaar via een subsidie-instrumentarium in de loop van 2022/2023. Om de juiste vraag naar middelen bij het Rijk neer te kunnen leggen, is het van groot belang dat uw met ons in gesprek gaat om te inventariseren wat u nodig heeft.