Er zijn 3 hoofdtypen van bodemenergiesystemen:
- Warmte Koude Opslag (WKO), welke weer onderverdeeld kan worden in:
- Open bodemenergiesystemen
- Gesloten bodemenergiesystemen.
- Temperatuuropslag;
- Geothermie, ook wel ‘aardwarmte’ genoemd.
Warmte Koude Opslag (WKO)
Warmte-koude opslag (WKO) is een techniek om warmte en koude in de bodem op te slaan die later gebruikt wordt voor verwarming en koeling van gebouwen. WKO kan toegepast worden in bijvoorbeeld bedrijfspanden, kassen, kantoren, appartementencomplexen of woningen. Er zijn 2 soorten WKO-systemen: gesloten en open systemen:
- 'Gesloten bodemenergiesystemen':
Bij gesloten systemen wordt een vloeistof via gesloten bodemlussen door de ondergrond geleid. Bij deze systemen werkt de bodem als buffer: in de winter staat de vloeistof in de bodemlussen koude uit het gebouw af aan de bodem. In de zomer staat de vloeistof in de bodemlussen warmte uit het gebouw af aan de bodem. - 'Open bodemenergiesystemen':
Open systemen pompen grondwater op en brengen het grondwater na gebruik weer terug in de bodem. Bij open systemen werkt de ondergrond als een oplaadbare batterij. Open bodemenergiesystemen bestaan meestal uit 2 bronnen. Als koeling van het gebouw nodig is, wordt de warmte uit het gebouw afgegeven aan het grondwater dat door het open bodemenergiesysteem is opgepompt. Het opgewarmde grondwater wordt daarna door de warme bron in het bodem opgeslagen. Als verwarming van het gebouw nodig is, wordt het grondwater uit de warme bron opgepompt en gebruikt om het gebouw te verwarmen. Daarbij koelt het grondwater af. Het afgekoelde grondwater wordt door de koude bron in de bodem terug gebracht.
Een overzicht van aanwezige open systemen in Flevoland vindt u in de bodematlas van Flevoland.
Temperatuuropslagsystemen
Dit is een bijzondere vorm van open bodemenergiesystemen. Deze systemen slaan beschikbare restwarmte via een warmtewisselaar op in het grondwater. Na het opwarmen brengt het systeem het grondwater terug in de bodem. Tijdens het koude seizoen wordt het water uit de warme bel opgepompt en gebruikt voor verwarming van gebouwen. De restwarmte kan bijvoorbeeld afkomstig zijn van energiecentrales, kassen, fabrieken of zonnecollectoren. Beschikbare restwarmte kan alleen met behulp van een opslagsysteem benut worden als in de directe omgeving een voldoende grote warmtevraag aanwezig is. Deze systemen zijn rendabel voor grotere projecten, bijvoorbeeld vanaf 50 woningen. De diepte waarop temperatuuropslagsystemen worden geplaatst varieert van 100 meter tot meer dan 500 meter. Voor systemen die ondieper dan 500 meter worden geplaatst, is provincie Flevoland bevoegd gezag. Systemen die op 500 meter of dieper worden geplaatst, zijn vergunningplichtig op grond van de Mijnbouwwet. Het Ministerie van Economische verstrekt hiervoor de vergunningen.
Geothermie (aardwarmte)
Geothermie maakt gebruik van de natuurlijke hogere temperatuur van de diepe ondergrond. Geothermiesystemen pompen op grote diepte, vanaf 500 meter tot meer dan 2500 meter, warm grondwater op. Boven de grond geeft het grondwater de warmte af voor het gebruik, bijvoorbeeld een kassencomplex of een woonwijk. Daarna wordt het afgekoelde water weer teruggebracht in de ondergrond. Geothermie wordt toegepast in grotere projecten, zoals kascomplexen en nieuwbouwwijken. Het eerste geothermieproject in Flevoland, in het glastuinbouwgebied bij Luttelgeest, is in voorbereiding. Provincie Flevoland heeft de potentie van de ondergrond voor geothermie in kaart gebracht. Zie hiervoor het rapport 'Potentieel diepe geothermie Flevoland; warm aanbevolen' en de bodematlas van Flevoland. Ook ondersteunt provincie Flevoland initiatiefnemers van geothermieprojecten met kennis over informatie over de geschiktheid van de ondergrond, financieringsmogelijkheden en vergunningen. Omdat geothermiesystemen veelal op een diepte van 500 meter of meer worden geplaatst, zijn ze vergunningplichtig op grond van de Mijnbouwwet. Het Ministerie van Economische verstrekt hiervoor de vergunningen.