Aan de slag met de visie

De Omgevingsvisie is een visie van en voor Flevoland. In de visie staan de belangrijkste onderwerpen en ambities voor de toekomst van Flevoland. Wij kunnen de ambities alleen in samenwerking realiseren. Zie hiervoor ook de pagina over meedoen.

Provinciale instrumenten

De opgaven uit de Omgevingsvisie zijn van provinciaal belang. Om deze te realiseren is uitvoeringskracht nodig. Elke opgave vergt een eigen aanpak. Hierbij zet de provincie de volgende instrumenten in:

  • Bestuurlijke middelen: organisatie inzet, samenwerking, kennisoverdracht, bestuursovereenkomsten
  • Financiële instrumenten: subsidies, investeringen, fondsen
  • Juridische middelen: programma´s met beleidsregels, projectbesluiten, vergunningen, omgevingsverordening

Uitwerking Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie kent kernopgaven en strategische opgaven. Deze opgaven hebben een tijdshorizon van circa tien tot vijftien jaar. We gaan alle opgaven uit de Omgevingsvisie stap voor stap realiseren. Dit doen we via een programmacyclus, zoals de Omgevingswet beoogt. De cyclus kent de volgende fasen:

  • Opstellen programma
  • Acties en uitvoering van het programma
  • Monitoring van de effecten, (zo nodig) bijsturen van het programma

Voor elk programma stellen Provinciale Staten richtinggevende kaders voor Gedeputeerde Staten vast. Op basis hiervan beschrijven we in de programma’s:

  • De ambitie
  • De beleidsuitwerking en de definiëring van het provinciaal belang
  • De doelstellingen en/of omgevingswaarden voor het programma
  • Het gebied en de periode waarop het programma is gericht, inclusief de gewenste mate van doelbereik
  • De samenwerking met partijen, de wijze waarop afstemming met andere programma’s plaatsvindt
  • De activiteiten die we gaan ondernemen, inclusief de inzet van de diverse instrumenten

In het algemeen hebben de programma’s en het doorlopen van een hele programmacyclus een looptijd van één tot vier jaar. Onderdeel van de cyclus is het monitoren van de gerealiseerde effecten, het evalueren en het zo nodig bijstellen van het programma. Hierbij kijken we of we de inzet moeten veranderen. Bijvoorbeeld door inzet van andere acties en maatregelen of activiteiten intensiveren of juist extensiveren. Op deze wijze gaan we stap voor stap en op lenige wijze de ambities uit de Omgevingsvisie realiseren.

Bescherming van waarden

De ontwikkelingen die op Flevoland afkomen, geven we zo goed mogelijk een plek. Flevoland verandert hierdoor. Er komen meer woningen, meer duurzame energie, meer circulaire economie, meer recreatie en toerisme. Dit neemt niet weg dat er in Flevoland bijzondere waarden zijn; u leest er onder andere meer over in Het Verhaal van Flevoland en Landbouw: Meerdere Smaken. Deze waarden en kwaliteiten beschermen we. In deze visie hebben we rekening gehouden met de vier beginselen uit de Omgevingswet. Ook bij de uitwerking van de visie houden we rekening met deze beginselen. Bij de visie horen passende programmatische uitwerkingen en zo nodig vertalingen naar een Omgevingsverordening. Hierin staan de regels (randvoorwaarden) die aansluiten bij de ambities en doelen die we nastreven. Met deze regels voorkomen we ongewenste activiteiten en beschermen we de kwaliteiten van de fysieke omgeving. Denk aan schone lucht, water en bodem, een mooi landschap en waardevolle natuur. Bij de uitwerkingen van de visie worden milieueffectrapporten (MER) opgesteld voor alle activiteiten die MER-plichtig zijn en activiteiten waarvoor een passende beoordeling op basis van de natuurregelgeving noodzakelijk is.