Interview inwoner Dronten en Landschapsbeheer Flevoland

Plannen om te isoleren? Gun de vleermuis een plek in je huis

Met de winter in aantocht komen plannen voor energiebesparing weer op tafel. Denk aan isolatie van spouwmuur of dak. Een lagere energierekening is immers welkom. “Laat deze na-isolatie wel uitvoeren door een natuurvriendelijk isolatiebedrijf”, adviseert Jeroen Reinhold van Landschapsbeheer Flevoland. “1 op de 10 huizen is een woonplek voor vleermuizen. Koester hun thuis in en om je huis voor een stabiele leefomgeving. Om problemen als muggenplagen te voorkomen zijn vleermuizen zeer nuttig. En het zijn beschermde soorten.” Jeroen’s advies is waardevol geweest voor Ruth Steigenga, inwoner van Dronten: “Hij begreep wat ik wilde. Binnenkort worden ook de boeiboorden vervangen, mét een ruimte voor de vleermuizen. Het is een kleine moeite.”

Samenwerken

Ruim een jaar geleden heeft de Raad van State de uitspraak gedaan dat bij na-isolatie meer aandacht voor beschermde diersoorten moet zijn. Ruth: “Voor mij is het logisch om de natuur te koesteren. Insecten, vogels, vleermuizen. Er komt ook een groen dak op mijn garage. Ook vind ik het belangrijk om aan de wet te voldoen.” “De uitspraak van de Raad van State krijgt even aandacht, maar bij de isolatiebedrijven moet het gebeuren. Zij weten ervan, maar de bewoner moet het natuurlijkvriendelijk isoleren wel zelf bij hen aankaarten”, vult Jeroen aan. “Als massaal na-geïsoleerd wordt zonder aandacht voor de dieren, dan lopen we een groot risico. Met elkaar moeten we de woonplekken van dieren in onze woonomgeving koesteren. Natuurwetgeving is echter ook complex. De pragmatische aanpak van provincie Flevoland helpt voor draagvlak onder de inwoners. Prettig dat de provincie faciliteert en mij inhuurt om bij inwoners kosteloos advies op maat te geven. Binnen een maand heeft de bewoner iets concreets in handen voor het isolatiebedrijf.” “Gemeenten kunnen wel meer doen”, vindt Ruth. “Communiceer actiever hierover naar inwoners. Provincie, gemeenten en energieloketten moeten dat samen oppakken.” Jeroen: “Heel concreet kun je alle huizen ouder dan 1995 een brief sturen.”

Waar zitten de vleermuizen precies?

Afgelopen jaar heeft provincie Flevoland onderzoek gedaan naar de woonplekken van specifieke vleermuissoorten: laatvlieger en meervleermuis. Jeroen: “Deze kaarten zijn bruikbaar om meer te weten over een bepaald pand. In de woningen kunnen echter ook algemene vleermuissoorten voorkomen, zoals de gewone dwergvleermuis. In 1 op de 10 huizen wonen vleermuizen. Grote kans dus dat ze bij je huizen, zonder dat je het merkt of weet. Meld je als je een natuurvriendelijke oplossing wilt, dan kom ik langs.” Ruth: “Je hoeft eigenlijk niet te weten of ze er huizen. Je moet gewoon isoleren met een natuurvriendelijke aanpassing.”

Opschalen voor meer impact

Massale na-isolatie heeft de meeste impact op de beschermde soorten huismus, gierzwaluw, vleermuis en onze leefomgeving. Jeroen zoekt dan ook naar natuurvriendelijke acties op grotere schaal. “Woningbouwverenigingen beheren 30% van alle huizen en nemen gelukkig veel maatregelen voor vleermuizen. Bij de huurwoningen nemen zij die verantwoordelijkheid; ze laten altijd de natuurtoets uitvoeren. Maar ook met Verenigingen van Eigenaren (VvE) kun je meer effect bereiken voor minder geld. Bij een flatgebouw in Lelystad heeft de VvE gekozen voor een groot vleermuisverblijf in het trappenhuis. Bij de meeste huizen is de vrijgehouden ruimte voor de vleermuizen 1 bij 1 meter. Bij deze flat is de ruimte groter en daarmee geschikt als winterverblijf en voor een kraamkolonie.” Verder ziet Jeroen kansen in de nieuwbouw. “We moeten meer natuurinclusief bouwen. Vleermuizen zoeken warmte. Breng bijvoorbeeld ruimtes aan dichtbij de verwarmingsbuizen. Laten we meer experimenteren en leren. Is een zwart dak gunstiger voor de laatvlieger dan een rood dak?”

Stappen naar natuurvriendelijk na-isoleren

“Je kan het wel niet willen, maar eigenlijk moet je”, vat Ruth scherp samen. “Je loopt de kans dat er tijdens de werkzaamheden iemand langskomt en dan ligt het werk ineens stil. Je kunt dat voorkomen door tijdig stappen te nemen.” Houd hierbij ook rekening met de kraamperiode van de vleermuizen van mei tot eind juli. Ook in de winterperiode zijn vleermuizen kwetsbaar want dan zijn ze in winterrust. Door voor begin oktober een isolatiebedrijf in de arm te nemen is uitstel van werkzaamheden te voorkomen.

De stappen

  1. Bewoner kiest een natuurvriendelijk isolatiebedrijf.
  2. Bewoner zoekt contact met Landschapsbeheer Flevoland voor deelname via de webpagina beschermde soorten en na-isolatie.
  3. Landschapsbeheer onderzoekt de locatie in databestanden: zitten daar vleermuizen, huismussen, gierzwaluwen of niet?
  4. Landschapsbeheer bekijkt het pand en geeft kosteloos advies binnen één maand. Niets bijzonders? Dan na-isoleren in najaar/winter. Advies gaat over de (nieuwe) plek voor de betreffende diersoort. Keuze uit grote of kleine maatregelen, afhankelijk van type pand.
  5. Landschapsbeheer of bewoner hangt, indien geschikt en gewenst, een nest- of vleermuizenkast op.
  6. Bewoner geeft het advies door aan het isolatiebedrijf dat verantwoordelijk is voor het tijdig natuurvrij maken. Hierbij worden zogenoemde exclusion flaps geplaatst zodat vleermuizen wel uit het pand maar niet meer terug kunnen. Dit moet tussen augustus en oktober gebeuren. Vleermuizen hebben zo de tijd om uit de spouw te komen en een andere plek te zoeken.
  7. Isolatiebedrijf kan het werk doen tijdens de winter tot april. Van april tot en met augustus is de kwetsbaarste periode voor vogels en vleermuizen.
  8. Landschapsbeheer ontvangt een foto van de bewoner na uitvoering van het werk.

Op de foto: Ruth Steigenga (inwoner van Dronten) en Jeroen Reinhold (projectleider bij Landschapsbeheer Flevoland). Foto door Feenstra Fotografie.