Flevoland staat bekend om de lange rechte vaarten en de kenmerkende houten of betonnen beschoeiing. Het zijn de kenmerkende strakke lijnen in het Flevolandse landschap. De vaarten zijn van belang voor de scheepvaart en spelen een rol in de aan-en afvoer van water. Tot slot vormen de vaarten samen met de tochten en sloten een belangrijke ecologische verbinding tussen (natuur)gebieden.
Transport en recreatie
Bij de aanleg van de polders waren de vaarten belangrijk voor het transport over water. Die functie is er nog steeds. Sinds de jaren 80 maakt de recreatievaart steeds meer gebruik van de vaarten. De natuurlijke omgeving maakt het prettig vertoeven langs de aangelegde afmeermogelijkheden en passantensteigers.
Ruimte voor de natuur
Oevers zijn van grote betekenis voor de Flevolandse flora en fauna. Ruim een derde van de vogels, zoogdieren en amfibieën zijn in meer of mindere mate gebonden aan de oever. Oevers zijn bovendien rijk aan plantensoorten. De aanwezigheid van rietkragen biedt de kleine karekiet, blauwborst en rietgors kansen om te broeden langs de oevers. Sinds 1993 besteden we in Flevoland veel aandacht aan het ontwerpen van oevers waarbij flora en fauna meer ruimte krijgen. En met positief resultaat. Otters en bevers zijn in steeds grotere aantallen te vinden langs de Flevolandse oevers. Ook worden uittrede plaatsen gemaakt waar te water geraakt wild gemakkelijk op de oever kan klimmen.