Natuurlijke kweekvijver plant zich voort als kunstige oase
18 sep 2025

- Deel dit artikel
18 sep 2025
Gerrit Jan is onze bedrijfsjournalist. Hij schrijft over allerlei actuele ontwikkelingen vanuit provincie Flevoland. Vanuit onze organisatie bezoekt hij evenementen, volgt hij vergaderingen en interviewt hij collega's. Ook dit artikel is geschreven door hem.
Een frisse wind stuwt veerboot ‘Nieuw Horizon’ door de stormachtige stroming naar de Marker Wadden van Lelystad. Voorbij de dijken en via verlegde bakens meten de reikhalzende reizigers zich nederige voetafdrukken toe op een eiland waar flora en fauna hoogtij vieren. Ontsproten aan een menselijk poldermilieu.
“Heen en weer, heen en weerr, heen en weerrr, heen en weerrrr…. Dreinend deint het deuntje van een dichterlijke doctorandus door het hoofd tijdens een vaart over de woelige baren. Terwijl de koffie knusjes door de kopjes klotst, stevent een robuuste verschijning standvastig door de overdekte ruimte. Met zijn woeste baard en zijn ravenzwarte hoofdband lijkt Harm van der Geest rechtstreeks binnengevallen te zijn vanaf een piratenschip. Maar deze man blijkt niet gekomen te zijn om sprookjes te verkondigen. Als wetenschapper van de Universiteit van Amsterdam vertelt hij de grote groep vertegenwoordigers van Flevolandse natuurorganisaties liever een waarachtig verhaal. “Ik ben ecoloog. En op weg naar de Marker Wadden praat ik jullie alvast even bij over het centrale thema van deze excursie, namelijk het voedselweb. Waarin iedere plant en ieder dier zijn eigen plaats heeft.”
Nadat al zijn voorbereidende kenniskost net als de tussendoortjes in hapklare brokken is verteerd, komt de haven in zicht. Op de kade staan zes gidsen het gezelschap op te wachten. Een frisse wind waaiert door hun haren. “Samen met de Lepelaarplassen, de Oostvaardersplassen en het Markermeer vormen de Marker Wadden het Nationaal Park Nieuw Land, dat sinds 2018 bestaat,” legt groepsleider Jaap uit, terwijl hij over een grillig grindpad naar boven klautert. De medewerkers van onder meer Staatsbosbeheer, Het Flevo Landschap en Aeres Hogeschool laten zich op deze Kennisdag in alle rust bijpraten. Soms zelfs even over de hoofden van anderen heen, maar gelukkig voelt iedereen de frisse wind die op deze Marker Wadden door de haren waaiert. “We bevinden ons hier zo’n negen kilometer uit de kust van Lelystad. Net als de provincie zelf zijn deze eilanden door de mens aangelegd. In deze omgeving zagen we namelijk dat de waterkwaliteit steeds slechter werd en dat de biodiversiteit afvlakte. Een kleine tien jaar geleden zijn we daarom begonnen met het opspuiten van grote hoeveelheden slib, waaruit we samen Marker Wadden hebben vormgegeven. Hier krijgt de natuur weer de ruimte. Al zijn die oevers van basalt natuurlijk nog veel te hard. Die randen willen we zachter maken, zodat planten daar goed kunnen gedijen en de vissen vrij heen en weer kunnen zwemmen.”
Hij maakt een weids gebaar richting de schuimende golven. “In die richting kunnen we natuurlijk niet zomaar allerlei planten zaaien. Daarom hebben we gebruik gemaakt van een hovercraft, die de zaadjes in de lucht heeft verspreid.” Ook de vogels schikken met plezier hun veren voor een vliegende koeriersdienst. “De zeearend, de kiekendief en de kokmeeuw bijvoorbeeld nemen echt van alles mee onder hun vleugels. Zelfs soorten die normaal helemaal niet in Nederland voorkomen.” Hij fronst eventjes. “Ook de bezoekers hier strooien trouwens veel spul rond. Laatst kwamen hier ineens tulpen boven de grond.”
In de luwte wordt alle groei en bloei metend en wegend bijgehouden door brede kolonies van onvermoeibare onderzoekers, die zich van dag tot dag gebiologeerd in het plaatselijke klimaat verdiepen. Zoals Casper van Leeuwen, Joey Volwater, Gijs van Beilen, Marcel van den Berg, Ruurd Noordhuis en Javier van Dinten Fernandez. Eén van hen waadt als jonge student met een schepnetje door het meer en observeert zijn vangst. Samen met andere handige eilandpeilers slaat hij hier soms de meest wonderlijke waterwezentjes aan de haak. “We vonden hier ooit een bloedrode kaspische aasgarnaal,” glundert hij met glorie. “Geen idee hoe die hier nou terechtgekomen is, want die diertjes kom je hier heus niet zomaar tegen.” Zo kent de gids er ook nog wel eentje. “Nu en dan komen hier zelfs flamingo’s foerageren. Voedsel zoeken dus. Die schijnen ooit ontsnapt te zijn uit een natuurpark ergens in Europa.” Verderop glipt een springerige kikker tussen twee handen door richting het gras, om drie tellen later alweer met vijf voorzichtige vingers opgevangen te worden. “Een bastaardkikker!” Snel terugstoppen dan maar.
De wandelaars volgen bedaard in het spoor van hun gids. Ze wisselen op gedempte toon van gedachten. Een mens moet hier zijn grenzen weten. Ondertussen wijst de man op een rijtje glooiende daken in de verte. “Tot november varen we nog regelmatig met de veerboot op en neer. Daarna wachten we weer tot het nieuwe seizoen. Wij moeten straks ook maar weer eens terug, maar als je wilt kun je ook gerust een paar nachtjes blijven slapen. In een huisje dat gemaakt is van materiaal uit onze eigen bossen. Stevig maar simpel. Veel van je boodschappen zul je zelf moeten meenemen.”
Gelukkig schenkt de eilandwinkel bij de haven nog fruitige sappen in overvloed. De ‘Nieuwe Horizon’ wiegt woest heen en weer. Een enkeling kijkt bezorgd naar buiten. Op dit wilde ritme zou een menselijke maag zich zomaar kunnen omdraaien. Maar de vogels in de lucht vliegen onverstoorbaar door, de vissen dompelen zich diep onder in een bron van wasdom en het rijpende groen plant zich scheutig voort. Op het jongste stukje Flevoland trekt de natuur aan de touwtjes.