Ingepolderd land brengt verdronken geschiedenis boven water

2 mei 2024

Toen de polder tachtig jaar geleden werd drooggelegd, bracht de bodem een lang en breed vergane glorie aan het licht: de scheepvaart op de Zuiderzee. Mede vanuit provincie Flevoland krijgen archeologen alle middelen in handen om de restanten van scheepswrakken op te graven. Tot voorbij de tijd van de turfvaart.

Een bijzondere route

In de stromende regen schroeft gedeputeerde Sjaak Simonse een geel informatiebordje vast op een splinternieuwe paal. Hij beleeft het gedenkwaardige moment met een glimlach. De laatste hand die hij nu aan het opschrift legt, wijst op een bijzondere route die wandelaars en fietsers over terrein voert waar bewoners van het nieuwe land ooit op scheepswrakken zijn gestuit. Veertig van deze blauwwitte markeringspalen met boten in top zijn onlangs vernieuwd en diepen de verhalen over het verleden nog verder uit in een digitale QR-codetaal. Het zijn verhalen die gedeputeerde Simonse ondanks zijn goede humeur soms doen huiveren. Meters boven zijn droge voeten had de zee ooit eeuwenlang de tijd om grenzeloos te woelen en te kolken. Om woedend een leven te nemen en de dag daarop weer te zwijgen als het graf. “Het is heel dubbel,” vertrouwt Simonse de zaal vol bezoekers in Batavialand toe. “Boven onze hoofden hebben zich werkelijk drama’s afgespeeld en dat is buitengewoon triest. Laten we dat vooral niet vergeten. Maar ja, die historie geeft mensen zoals u weer werk.”

Ankerpunt voor archeologen

Hij knikt even naar archeoloog Wouter Waldus, die ondanks deze gezamenlijke gedachtenis vandaag met een voldaan gevoel op de eerste rij zit. Na jaren van grondige voorbereiding wordt vandaag in Lelystad zijn publicatie ‘Turfvaart op de Zuiderzee’ gepresenteerd. Het kleurrijk vormgegeven boek handelt over een historische periode waarin het veenlandschap werd afgegraven als een vruchtbare bodem voor brandstof. Dit veen werd tot turf gedroogd en daarna opgestapeld en weggebracht, om uiteindelijk ingeladen en verscheept te worden over de Zuiderzee. Maar niet alle turfschepen bereikten hun veilige haven. Sommige vaartuigen uit de vrachtvloot bleven als klassieke massieven achter op de zeebodem. Een ankerpunt voor archeologen.

Batavialand

Die ankerpunten grijpt Batavialand in samenwerking met partners als de provincie Flevoland nu juist met beide handen aan om ze in een toegankelijke stijl voor het voetlicht te brengen bij een groot publiek. Niemand minder dan de eerste Commissaris van de Koning Han Lammers moedigde historisch onderzoekers persoonlijk aan om zich in Lelystad te vestigen, om het verhaal van het grootste scheepskerkhof ter wereld te vertellen. Nog altijd stelt de provincie in die geest tijd en geld beschikbaar om de activiteiten van Batavialand mede mogelijk te maken. Al geruime tijd denken Provinciale Staten gericht mee over een herinrichting van het museum aan de haven in Lelystad, waarvan een reusachtige replica van de Batavia het vlaggenschip vormt.

Turf is energie

Sjaak Simonse neemt het boek van Wouter Waldus deze middag dan ook met zichtbaar plezier in ontvangst. “Ik heb iets te lezen dit weekend,” kondigt hij aan. “Dit verhaal zet me echt aan het denken. Turf is energie. En daar heb ik mij jarenlang intensief mee bezig gehouden. Voor ik gedeputeerde werd, kenden mensen mij namelijk als oliehandelaar. Oliesjaak noemden ze mij ook wel,” grinnikt hij. “Maar toen ik met een van mijn klanten in gesprek raakte, bleek zijn voorvader een turfsteker te zijn geweest. Dus ik ben echt heel benieuwd naar dit boek.”

Gelukkige vinders

Aan de kust ruist het water en waait de wind ondertussen. Een sterke stenen wal houdt dood en bederf buiten de dijken. Maar beneden de oppervlakte van gedolven land voert een lange stroom van sporen blijvend voort naar een verleden dat gaandeweg langs vreugde en verdriet verloren is gegaan. Bestemd voor gelukkige vinders.